Aaltjes tegen taxuskever
De taxuskever (Otiorhynchus sulcatus) is een zwarte kever met een spitse snuit, ook wel (gegroefde) lapsnuitkever genoemd. De taxuskever is vooral ’s avonds en ’s nachts actief, overdag verbergt hij zich onder oude planken, gebladerte, bloempotten e.d. De taxuskever vreet ronde happen uit bladeren, maar dit is niet schadelijk voor de plant.
De vraatzuchtige larven van de taxuskever, die in de bodem leven, brengen wel grote schade aan de plant toe. Ze vreten aanvankelijk kleine wortels. Naarmate ze groeien, tasten ze steeds grotere wortels, wortelknollen, wortelstokken en zelfs ontblote schors van houtachtige stengels aan. Soms duurt het lang vooraleer schade aan de plant wordt vastgesteld. Op dat moment is hij dikwijls al zwaar verzwakt en begint zelfs reeds af te sterven. Schade komt vooral voor in zandgrond of lichte grond en op traag groeiende planten, die niet in staat zijn om het verlies van het wortelweefsel te compenseren.
Gewassen die vaak aangetast worden zijn Taxus, Rhododendron, Azalea, Camelia, coniferen, aardbeien, potplanten zoals Cyclamen, Kalanchoe, Fuchsia en Primula en veel overblijvende kruidachtige planten.
Aaltjes tegen larven van de taxuskever zijn specifieke nematoden, die instaan voor een snelle biologische bestrijding van taxuskeverlarven. Aaltjes tegen taxuskever worden gebruikt als curatief middel, ze zijn niet giftig voor mensen en onschadelijk voor planten.
Hoe larven van de taxuskever bestrijden?
- Aaltjes zijn beperkt houdbaar. Na de houdbaarheidsdatum verliezen ze hun effectiviteit. Gebruik de aaltjes zo snel mogelijk na ontvangst. Is dit niet mogelijk, bewaar ze gekoeld bij een temperatuur van 4-8°C (bv. in de koelkast).
- Er mag geen boomschors liggen daar waar je de aaltjes aanbrengt. Dan kunnen ze moeilijk doordringen in de ondergrond. Verwijder daarom de boomschors plaatselijk, na behandeling mag de schors er weer onmiddellijk terug op.
- Aaltjes Heterorhabditis bacteriophora kunnen ingezet worden vanaf het moment dat de bodemtemperatuur minimum 12°C bedraagt (15°C is ideaal). Bij lagere temperaturen (vanaf 5°C) kunnen aaltjes Steinernema kraussei ingezet worden ter bestrijding van de larven van de taxuskever.
- De aaltjes kunnen het best 's avonds, met bewolkt weer of bij regen toegepast worden, zeker nooit in fel zonlicht! Los de aaltjes op in water volgens de handleiding en verdeel met een gieter over het te behandelen oppervlak. Roer het mengsel regelmatig goed door om het bezinken van de aaltjes te voorkomen. Gebruik de totale inhoud van een pakje altijd in één keer, omdat de nematoden niet homogeen verdeeld zijn in de verpakking.
- Zorg ervoor dat de grond vochtig is alvorens de aaltjes toe te passen. De bodem moet na toepassing tenminste twee weken vochtig gehouden worden, maar niet drijfnat. De bovenste grondlaag mag wel wat opdrogen, de nematoden werken immers dieper in de ondergrond.
- Aaltjes zoeken het plaaginsect op en dringen naar binnen. Door het afscheiden van bepaalde bacteriën sterft het plaaginsect al na 2-3 dagen. Het plaaginsect wordt gebruikt als broedkamer en de aaltjes vermenigvuldigen zich snel om na 2-6 weken weer nieuwe plaaginsecten op te zoeken en te infecteren. Dit proces blijft net zo lang doorgaan zolang er voldoende plaaginsecten (voedsel) is voor de aaltjes en de bodemtemperatuur niet te koud wordt. Hoe meer aaltjes er verspreid worden hoe effectiever de werking, overdosering is niet schadelijk.
- De eerste larven sterven binnen een week na behandeling. Een drietal weken later heeft de tweede generatie nematoden een groot deel van de in de bodem aanwezige larven aangetast. Omdat er nieuwe larven uit hun ei kunnen komen na een periode van 6 weken is het mogelijk dat de bestrijding van de plaaginsecten door aaltjes niet volledig is. Indien de klimaatomstandigheden het toelaten kan u op dat ogenblik de behandeling herhalen.
Bereidingsinstructies
- De aaltjes-oplossing kan u bij elke plant individueel gieten of globaal verspuiten.
- Zorg ervoor dat de grond vochtig is alvorens de aaltjes toe te passen.
- Gebruik steeds de totale inhoud van een pakje altijd in één keer, omdat de nematoden niet homogeen verdeeld zijn in de verpakking.
- De aaltjes-oplossing kan toegepast worden met een gieter of met een plantensproeier.
- Gebruik een spuitdop van 0,5 mm of groter voor een goede verdeling van de aaltjes.
- Verwijder kleine filters om verstoppingen te voorkomen.
Stap 1: oplossen van aaltjes in water
- Voeg de inhoud (5, 25 of 50 miljoen aaltjes) van de verpakking “Aaltjes tegen taxuskever” toe aan 10 liter water met een temperatuur van 15 tot 20°C.
- Meng grondig gedurende 1 à 2 minuten.
- Laat dit concentraat niet te lang staan, gebruik het best verder binnen de 4 uren.
Stap 2: verdunning van het concentraat
5 miljoen aaltjes: niet verder verdunnen, ga naar stap 3.
25 miljoen aaltjes: Meng 2 liter concentraat (van stap 1) met 8 liter water. Ga dan naar stap 3. Herhaal deze stap nog 4 keer, telkens met 2 liter oplossing en 8 liter water. Zo kan u 50 m² behandelen.
50 miljoen aaltjes: Meng 1 liter concentraat (van stap 1) met 9 liter water. Ga dan naar stap 3. Herhaal deze stap nog 9 keer, telkens met 1 liter oplossing en 9 liter water. Zo kan u 100 m² behandelen.
Stap 3: op de bodem sproeien of gieten
Giet 10 L verdunde oplossing (zie stap 2) voorzichtig in de gieter of plantensproeier. Verdeel deze 10 L gebruiksklare oplossing homogeen over 10 m² te behandelen oppervlakte. Herhaal deze stap tot alle verdunde oplossing verdeeld is.
Schud tijdens de toepassing regelmatig met de sproeier of gieter om de nematoden in oplossing te houden. Reinig na gebruik de sproeier of gieter grondig. Spoel onmiddellijk na toepassing het gewas af met een grote hoeveelheid water (min. 2 liter/m²) om zeker te zijn dat alle nematoden in de grond terechtkomen.