Grondstoffen en voeding
Elke plant heeft zijn eigen noden en wensen. Daarom vind je op onze afdeling kamerplanten specifieke plantenvoeding en meststoffen. Zeker planten die een goede verzorging nodig hebben (zoals orchideeën) hebben hier baat bij.
Weet je niet goed welke voeding jouw kamerplant nodig heeft of heb je andere vragen? Spring eens binnen en vraag onze specialisten om raad. Hieronder vind je alvast een kleine greep uit ons gamma.
Vloeibare voeding voor kamerplanten
Elke kamerplant kan wel wat extra voeding gebruiken. Daarom hebben wij een aangepast gamma voedingsstoffen en meststoffen voor kamerplanten. Een algemene vloeibare meststof voor kamerplanten voeg je toe aan je gietwater van je groeiende planten. De meststoffen zorgen voor een optimale gezondheid van de wortels en mooie groene, glanzende bladeren. Je kan hem het hele jaar door gebruiken voor groene en voor bloeiende kamerplanten.
Vloeibare meststoffen voor palmen
Palmen staan zowel binnen als buiten heel erg mooi. Het liefst staan ze in de volle zon op het terras, maar in de winter staan ze liever lekker warm binnen. Het zijn absoluut geen wegwerpplanten, in tegendeel, ze kunnen een lang leven lijden. Als je ze goed verzorgd tenminste. Gebruik daarom een specifieke meststof voor palmen. De voedingswaarden in deze meststoffen zijn afgestemd op de behoeften van de palm. Zo krijgen ze mooie en glanzend groene bladeren zonder bruine vlekken.
Orchideeënsubstraat
Orchideeën staan met hun wortels niet graag in volle potgrond. Ze hebben veel zuurstof nodig. Kies daarom voor een orchideeënsubstraat met een stabiele structuur en goede drainage. Zo kunnen de stevige wortels goed ademen. Tip: met zo’n substraat staat je orchidee prachtig in een doorschijnende pot. Dankzij het natuurlijke materiaal creëer je een botanische stijl in je interieur.
Kamerplanten water geven
Wij geven je graag advies over de verschillende soorten verzorging die verschillende soorten kamerplanten nodig hebben. Je kan steeds terecht bij één van onze medewerkers met al jouw vragen over je favoriete kamerplant.
Planten water geven lijkt heel vanzelfsprekend. Maar wist je dat te veel water geven een van de meest voorkomende problemen is bij kamerplanten? Net als bij mensen kunnen planten ziek worden, een belangrijke reden is vaak dat er te veel water gegeven wordt. Geef dus niet klakkeloos iedere plant dezelfde hoeveelheid water. Meestal geldt dat als de bladeren geel worden, er te veel water gegeven wordt. Kleuren de bladeren bruin/zwart en krullen ze op, dan krijgt je plant te weinig water.
Bekijk zeker altijd het plantenkaartje dat bij je plant zit. Hier staat vaak een indicatie van de hoeveelheid water die je moet geven. Dit staat vaak aangegeven met een, twee of drie druppeltjes water. Bij een druppeltje kan je de potgrond van jouw kamerplant best eerst laten uitdrogen voordat je een volgende keer water geeft. Dit is vaak het geval bij cactussen en vetplanten. Deze kamerplanten hebben echt maar een minimum aan water nodig, anders kunnen de wortels stikken.
Bij twee druppeltjes mag de grond tussen twee gietbeurten een klein beetje droog aanvoelen. Maar je moet bij deze kamerplanten ook niet wachten tot heel de kluit is uitgedroogd. Bij de meeste planten met twee waterdruppeltjes kan je best een week of twee tussen twee gietbeurten laten. Bij drie druppeltjes moet je ervoor zorgen dat de potgrond van jouw kamerplant altijd vochtig is.
Ook de temperatuur van het water speelt bij enkele planten een grote rol. Gebruik je kraantjeswater? Geef het dan even de tijd om op kamertemperatuur te komen. Regenwater is natuurlijk een nog betere oplossing voor jouw kamerplanten. Daar zit namelijk veel minder kalk in.
Staat Jouw kamerplant op een goed verlichte plek? Dan gebruikt hij waarschijnlijk meer energie dan een kamerplant die in de schaduw staat. Geef kamerplanten op een zonnige standplaats iets meer water.
Heb je al deze tips gevolgd en loopt het toch niet goed met je kamerplant? Vraag dan advies aan één van onze medewerkers. Wie weten helpen we jouw kamerplant er in een mum van tijd weer bovenop.